Waar het met Maria’s man steeds beter gaat wat zijn burn out betreft, wil Maria nog weleens vatbaar zijn voor piekeren, depressieve gevoelens en nachtenlang googlen op enge dingen. Gelukkig is er een manier om dit tot een halt te roepen…
Waarom doe je de dingen die je doet? Dit is één van de vragen die mijn man bezighoudt. Hij is patronen aan het ontdekken; denkpatronen die invloed hebben op z’n handelen en uiteindelijk op de burn out. Veel heeft te maken met aardig gevonden willen worden, zien hoe het werk zich opstapelt, overzichtsverlies, een paniektoestand en dan de schouders laten hangen. Na elk bezoekje aan zijn loopbaancoach zie ik dat z’n ogen weer gaan glanzen.
Hij kan weer vooruit kijken, ziet mogelijkheden die hij eerst niet zag
Een paar jaar lang heeft hij gedacht dat hij ongeschikt was voor werk, nu ontdekt hij dat hij het misschien in een andere richting moet gaan zoeken. Taken die hij automatisch doet, details waar hij op let, de rust die hij ook zo vaak uitstraalt, dingen die voor hem zo vanzelfsprekend zijn, dat is niet alleen hobbymatig in praktijk te brengen, daar bestaat een functie voor. Het is mooi om te zien hoeveel perspectief dit hem geeft. Hij kan weer vooruit kijken, ziet mogelijkheden die hij eerst niet zag.
Het maakte de leuke dingen grauw en de erge dingen ondraaglijk
Ik merk dat deze ontwikkeling bij hem ook weer een positief effect op mij heeft. Nu was ik al eerder klaar met mijn krankzinnige gedachtegang. Ik werd daar trouwens op gewezen door mijn zus, die vond dat mijn hoofd rare sprongen maakte en opmerkte dat ik last heb van een enorme hyperfocus. En dat gecombineerd met een gevoelige aard maakt dat ik tot in de late uurtjes kan googelen op het terroristisch dreigingsgevaar in Nederland en mislukte facelifts en een paar uur later met een bonkend hoofd vanwege een ernstig slaaptekort wakker word. Waar een ander hard gaat werken of gaat poetsen zodra er stress optreedt, ga ik zitten en laat ik mijn gedachten honderd cirkeltjes maken. Een tijdje geleden had ik dat ook. Ik kreeg naar nieuws te verwerken en slurpte dat op. Dit kauwen op dat nieuws beïnvloedde direct mijn functioneren; het maakte de leuke dingen grauw en de erge dingen ondraaglijk. Daarbij ben ik een weinig praktisch mens en staat mijn ‘denken’ altijd aan. De enige momenten dat ik de rest van de wereld vergeet, is als ik een mooi interview aan het uitwerken ben of als ik een mooi nummer hoor.
Ik wilde stoppen met de gedachten die mij neerhaalden. Weg ermee
Na de zomervakantie, waarin we heel hard ons best deden om er de leukste vakantie ooit van te maken – wat tot mijn grote teleurstelling door kinderruzies en moedermoeheid leek te mislukken – nam ik een groot mentaal besluit: ik wilde stoppen met de gedachten die mij neerhaalden. Weg ermee. Ik werd doodmoe van mijn weinig constructieve ideeën die mij tijdens de burn out steeds maar weer dat moeras in trekken. Dat ging een tijdje goed, alleen voel ik, middenin de winter, dat ik weer vatbaar ben voor depressieve gevoelens. En weer besluit ik hetzelfde: ik ga, linksom of rechtsom, een einde maken aan deze gedachten die mij tot waanzin drijven. Gesprekken met andere mensen. Meer regelmaat, structuur, wat dan ook, maar ik wil dit niet meer. Ik wil niet wekenlang wakker liggen van een opmerking van iemand. Ik wil me niet laten overspoelen door neerslachtigheid. En als ik dat wél heb, dan wil ik dat tegen iemand kunnen zeggen. Stop overthinking. Soms helpt het als ik er met iemand over praat, maar soms werkt het ook om te gaan poetsen, een overvolle werkkamer op te ruimen of mezelf heerlijk achter mijn laptop te nestelen en verhalen uit te werken. Het is prettig om te merken dat mijn werk weer afleiding biedt, in plaats van alleen maar druk.
De voortuin aanpakken blijkt voor ons allebei therapeutisch te werken
Ik dacht dat ik rijp was voor een depressie, en misschien heb ik wel een klap van de molen gekregen, maar het blijken kleine steekjes te zijn die nu met een beetje gezond verstand en wat meer structuur te herstellen zijn. Helemaal hopeloos acht ik mezelf dus niet. Heel af en toe pak ik mijn voortuin aan. Elke keer als ik zie dat er wildgroei optreedt en er ik weer die kleine stemmetjes hoor fluisteren ‘zie je wel, je krijgt je leven toch nooit helemaal op orde’ loop ik op een goed moment naar buiten en trek ik alles wat me niet aanstaat uit de grond. Mijn middelste zoon is een trouwe helper en het blijkt voor ons allebei therapeutisch te werken. Zijn teveel aan energie kan hij kwijt door vegen, aan stronken uit de potten trekken en zijn handen vies maken. En ook ik word blij van dit resultaat. Dit zorgt er hopelijk voor dat het onkruid dat in mijn hoofd woekert er met wortel en al uitgetrokken wordt.
(Foto: Justin Follis/Unsplash)
Freelance journalist Maria van Beelen schrijft voor diverse (opvoed)bladen. Ze vertelt op STRESSED OUT over de periode dat haar man met een burn out worstelde.
LEES DOOR: BEN JIJ (OOK) EEN OVERTHINKER? ZO JA: DIT DOE JE ERAAN!