Stoppen met werken, dat is wel een héél grote stap in het burn out acceptatie proces. Want gaat het écht écht écht niet? Mirjam probeert het twee jaar geleden tóch. Nog even.
Een dag voor ik huilend mijn jas ophing over de rugleuning van de stoel bij de huisarts, had ik een telefoongesprek met mijn vriendin a.k.a. burn out ervaringsdeskundige en psycholoog. Zij had mij destijds tijdens een vriendinnenweekendje weg al gewaarschuwd voor een burn out. En nu belde ik haar om te vragen of zij die terugvallen herkende. ‘Terugvallen zijn erg typerend voor een burn out,’ zei ze, ‘je hebt op zo’n moment namelijk ook écht energie en daardoor denk je dat je de wereld weer aankunt.’
Ze legde mijn burn out terugval uit aan de hand van the good old emmer
Ze legde het uit aan de hand van the good old emmer: die is nog lang niet vol met energie en dus ook weer heel snel, veel te snel, weer leeg. De enige manier om die uiteindelijk weer helemaal vol te krijgen, is om de energie die je verspilt te compenseren. Dús had ze twee tips.
Tip 1: deel je dagen in met ‘uur op-uur af’. Maak een lijst met twintig dingen die je leuk/relaxt vindt (tijdschrijft lezen/koffie drinken/wandelen) en als je dan een uur iets gedaan hebt wat je móet doen (bijvoorbeeld ’s ochtends de kinderen klaarmaken voor de dag en naar school brengen), daarna een uur iets doen wat je leuk vindt/waar je energie van krijgt.
Tip 2: ga met een psycholoog praten; dan kun je lekker al je frustraties en ergernissen ongegeneerd spuien, zonder het idee te hebben dat je iemand ermee opzadelt of dat je ‘zeurt’. Want, zo zei ze, je betaalt haar er gewoon voor.
Ik wilde niet een type zijn dat te lang in haar burn out bleef hangen
Dus dat vertelde ik mijn huisarts en die was het eens met beide tips. Ze verwees me via de GGZ-‘je bent ook maar een mens’-praktijkondersteuner door naar een psycholoog. Verder deelde ik mijn zorg over een artikel dat ik had gelezen, waarin mensen met een burn out werden afgeschreven als types die daar te lang in konden blijven hangen. En het laatste wat ik wilde, was zo een type zijn. Ik deed al zó hard mijn best de oude te worden. Ik wilde níets liever dan weer normaal mee doen. Maar ik zei dat het gewoon niet lukt. Of maar voor heel even. Het werd een prettig gesprek waarin ze zei ze dat het probleem van mensen met een burn out juist is dat ze over het algemeen vinden dat ze niet snel genoeg beter worden – herkenbaar. En dat, terwijl ze het gevoel hebben er toch alles aan te doen – herkenbaar. En dat nu juist een van de weinige dingen die je kúnt doen, is écht rustig aan doen – oké.
Mijn hoofd en lichaam waren bij elkaar gekomen; mijn lichaam schrok
Verder vond ze dat ik goed bezig was qua wandelen, legde me ook uit waarom dat goed is – iets met het verbinden van hersenhelften en/of -cellen – en adviseerde toch ook door te gaan met yoga. Ik had haar verteld dat ik dat een keer had geprobeerd met het idee dat het een mooi opstapje zou zijn naar ‘normaal’ ik-ga-doodachtig sporten. Want yoga, hmm, daar had ik weinig mee. Dat ik na die yogales twee dagen alleen maar op de bank kon liggen, had me gedemotiveerd. Het had ook echt pijn gedaan mezelf daar in de spiegel te zien. Eerder kon ik vrij lang planken, goed squaten, jumping Jacks en lunches doen, maar tijdens het eerste kwartier van de – in mijn ogen simpele – yogales werd ik continu duizelig en er al meteen mee geconfronteerd dat ik 0,0 conditie overhad. Ik kon weer helemaal opnieuw beginnen. En die confrontatie maakte me echt verdrietig. Dat ik zo lang had moeten bijkomen van dat lesje, had volgens mijn huisarts misschien ook wel te maken met dat mijn hoofd en lichaam bij elkaar waren gekomen en dat mijn lichaam daarvan was geschrokken. Interessant.
Mezelf ziekmelden zat als eigen baas niet in het pakket
Dus probeer ik de weken die erop volgen wat vaker yoga te doen én niet meer te werken. Dat laatste is iets waar mijn man en ik het na de Dutch Design Week vrij snel over eens waren, maar wat ik alles behalve makkelijk vond. Ik had tussen de beurzen door natuurlijk al veel minder gewerkt dan normaal, maar helemaal stoppen vond ik lastig. Het ‘ziek zijn’ vond ik eigenlijk wel weer lang genoeg duren, maar inmiddels was ik ook wel zo ver dat ik doorhad dat ik van stug doorgaan niet beter zou worden. Een feit bleef dat ik mijn eigen baas was en mezelf ziekmelden zat nu eenmaal niet in het pakket. Daarbij had ik geen bedrijfsarts met een plan, geen ziekteverlof en dus betekent niet werken: geen geld. Vergeet ook de afhakende (potentiële) klanten niet. Maar net toen ik echt wilde stoppen met werken, bleek vtwonen.nl interesse te hebben in mijn producten. Goed. Die kon ik natuurlijk niet laten schieten. Dus handelde ik dat ‘nog even af’ en probeerde het daarna écht zo min mogelijk te doen. Of uurtje op-uurtje af.
Ik begon met volle moed, maar op dag drie moest mijn man me halen
In januari had ik mijn intake bij de psycholoog en nog voor ik half februari terecht zou kunnen, begon het te kriebelen. De voorjaarsbeurzen kwamen er weer aan, dus vond ik het begin februari wel weer welletjes met mijn ‘werkbreak’ en kondigde op Instagram aan dat ik werkte aan een nieuwe collectie – creatief doen zou me vast helpen. Een andere omgeving ook. Dus ging ik aan de slag in het atelier van m’n vriendin. Heerlijk vond ik het weer: volle dagen schetsen en schilderen. Leuker kan je werk niet worden. Maar waar ik met volle moed begon, moest mijn man me op dag drie komen ophalen omdat ik zo’n hoofdpijn en koorts had, dat naar huis fietsen niet lukte. Ik had weer eens griep en dacht: oké, fuck die nieuwe collectie en beurzen. Ik ga nu écht stoppen met werken. (Foto: Henri Pham/Unsplash)
Mirjam Rosema-Verhulst is freelance eindredacteur bij onder andere Ouders van Nu, Flair en Flow en eigenaar van interieur textiellabelToffe Stoffen. Twee jaar geleden kreeg Mirjam een burn out. Op Stressed Out lees je hoe kut dat was.
LEES OOK: DIT ZIJN DE DRIE FASES WAAR IEDEREEN IN EEN BURN OUT DOORHEEN GAAT…
Herkenbaar. Fijn om te lezen en goede tips. Bedankt!