Het is zo’n kort woordje. Maar drie letters. En tegelijkertijd vinden de meeste mensen het het moeilijkste woord om te gebruiken: ‘Nee’. Tips hoe je het wél kunt zeggen.
‘Nee’ is voor veel mensen een enorm beladen woord dat ze niet graag gebruiken. Er kunnen verschillende redenen zijn waarom je het moeilijk vindt om nee te zeggen tegen anderen. Zoals:
- Je wilt mensen niet teleurstellen
- Je wilt niks missen
- Je verplaatst je veel in anderen
- Je voelt je schuldig als je nee zegt
- Je vindt het fijn als mensen je aardig vinden
- Je voelt je verantwoordelijk
- Het is makkelijker het in te slikken dan de confrontatie aan te gaan
- Je hebt het gevoel dat het van je verwacht wordt
Herken je er één (of meer)?
Geen nee kunnen zeggen (of nou ja, moeilijk nee kunnen zeggen) heeft mijzelf zowel positieve als negatieve dingen gebracht. Positief: ik heb dingen geleerd en gedaan die ik anders misschien niet had geleerd en gedaan. Negatief: soms levert overal ja op zeggen een gebrek aan focus op waar je misselijk van wordt. Let alone dat er maar 24 uur in een dag zitten en overal ja op zeggen minstens om 48 uur van een dag vraagt.
Nee zeggen. Hoe kun je het dan netjes en probleemloos doen? Hier zijn een paar manieren.
1. Dankjewel dat je aan me dacht, maar dat kan ik (nu) niet doen
Hiermee erken je de vraag van de ander (wat iemand altijd een goed gevoel geeft), maar wimpel je beleefd het verzoek af. Put je niet uit in redenen waaróm het nu niet kan, want daar zijn volgens de andere partij vast wel oplossingen voor te vinden (‘Dan zorg je toch voor een oppas?’), je bent ook niemand enige uitleg van het waarom verschuldigd.
2. Ik heb mijn tijd nu voor iets anders nodig
Je hebt het druk met iets anders, dit impliceert dat je best zou willen, maar nú in elk geval niet.
3. Daar kom ik (tijd invoegen) op terug
Veel mensen laten zich in the heat of the moment overhalen. Met de opmerking dat je erop terugkomt (wees wel zo beleefd om te zeggen wanneer je er uiterlijk op terugkomt), ‘koop je tijd’ en kun je er even over nadenken of dit écht is wat je wilt.
4. Daar kan ik je niet mee verder helpen, maar ik kan wel…
Als je tóch iets wilt doen en hulp wilt bieden, maar niet datgene wat je gevraagd wordt, is dit een prima optie: een alternatief bieden. ‘Ik kan niet A, maar zou ik je misschien kunnen helpen met B?’ Je houdt zo zelf de teugels in de hand en doet iets wat je wél ligt.
5. Ik laat dat (deze keer) aan me voorbij gaan
Hiermee laat je de mogelijkheid open dat je volgende keer misschien wel wilt helpen.
6. Ik voel me gevleid, maar dit is niks voor mij
Duidelijk. Ze zullen je hiervoor niet nog een keer vragen.
7. Dit is helaas geen goed moment hiervoor/ik ga dat niet redden
Lijkt op nr.2, dus die kun je afwisselend gebruiken.
8. Ik kan niet
Waarom niet, dat laat je in het midden. Je hoeft je niet uit te putten in redenen, want elke reden kan een mogelijke aanleiding zijn voor een nieuw gesprek waarom het misschien wél zou kunnen.
9. Dit is meer wat voor… (vul naam in)
Alleen als het iets is wat de persoon naar wie je verwijst het inderdaad wél leuk vindt. Dan is het een win-win situatie: jij hebt helpen meedenken in een oplossing, de alternatieve helper is gevleid én de vragende partij is tevreden.
10. Nee (eventueel aangevoegd met: ‘dat ga ik niet doen’)
Eh… Deze is nogal direct. Maar ik heb hem laatst gebruikt and it worked like a charm.