Elke week behandel ik een onderwerp uit mijn boek ‘NIETS, mijn zoektocht naar innerlijke rust in tijden van alles. Deze keer gaat het over de tijd dat ik diep in mijn burn out zat en me afvroeg: komt het ooit nog goed? Het antwoord: nee, niet zoals je verwacht.
Ik kan me het nog zo goed herinneren. Dat ik tijdens mijn burn out op de grond van mijn woonkamer zat en dacht: dat was het, ik heb het kapotgemaakt, ik heb iets in mezelf kapotgemaakt en het kan nooit, nooit, nóóit meer gemaakt worden. Dat was het. Dit is het einde van mijn tijd als een weldenkend, zelfredzaam mens.
Het was angst, pure angst
Nu, jaren later, is het wat moeilijk om de wanhopige gevoelens die daarmee gepaard gingen exact terug te halen. Ik kan me een zeer hoge ademhaling herinneren, paniek, duizelingen, een hart dat maar niet wilde stoppen met keihard te kloppen. En angst. Pure angst.
‘De eerste weken na mijn keuze daalt de paniek langzaam als as op me neer. Ik ben opgebrand. Nu officieel. De kleine grijze vlokjes as zijn overal waar ik kijk, ik adem ze in, er is geen ontkomen aan. Met een onheilspellend gevoel ijsbeer ik door ons huis, in afwachting van iets heel ergs. Ik huil veel, slaap nog meer en voel me nuttelozer dan ik me ooit heb gevoeld. Ik kan ook niks. Als ik, na weken, eens zonder paniekaanval een brood bij de bakker kan kopen, zie ik dat niet als een kleine overwinning: brood kopen een triomf? Belachelijk. Ik voel me voor lul gezet door het leven.’ (Uit: NIETS, mijn zoektocht naar innerlijke rust in tijden van alles – Maaike Helmer)
Het werd mijn Levensvraag toentertijd: komt het ooit nog echt goed
Het werd mijn grote Levensvraag van het moment, toentertijd: komt het ooit nog echt goed? Wat ik daar precies mee bedoelde, dat was wel interessant, op zich. Ik keek namelijk naar achteren om te bepalen wat ik met ‘goed’ bedoelde. Mijn referentiekader was mijn verleden. Dat kende ik. Dat was een pad dat ik was ingeslagen, waarvan ik wel zo’n beetje dacht te kunnen voorspellen hoe een en ander zou lopen (hoewel ik eigenlijk een behoorlijk aparte loopbaan heb gehad). Het was in elk geval geen gapend gat. Hoogstens een lichte tunnel, waarvan ik het einde niet kon ontwaren.
Tijdens de burn out staarde ik in het gapend gat van wat-ik-dacht-dat-mijn-leven-was
Tijdens de burn out staarde ik opeens wél in een gapend gat. Een gat dat de restanten droeg van de explosie van wat-ik-dacht-dat-mijn-leven-was. En vreemd genoeg was dat… bevrijdend. Nu ik om me heen keek, bleek alle dingen die ik eerder belangrijk had gevonden, status, succes (whatever that may be) holle dingen. En iets om me aan vast te klampen had ik niet. Ik moest terug naar de kern. Ik moest me overgeven aan het, zoals ik in een ander artikel schrijf, niet-weten.
‘Ik hechtte aan mijn baan, maar er is geen sprake van dat ik binnenkort weer zal werken. Ik ben al geen sociaal dier, maar nu heb ik helemaal geen puf meer voor sociale contacten en ook activiteiten die ik normaal graag ondernam, kan ik niet meer ondernemen. Ik ben ook al geen leuke geliefde, want ik zit hier maar een beetje op de bank weg te rotten en verdrietig te zijn. Er blijft weinig over. Wat ben ik nu nog?’ (Uit: NIETS, mijn zoektocht naar innerlijke rust in tijden van alles – Maaike Helmer)
Ik leerde vooral dat het woord ‘goed’ een illusionair begrip is
Dat stemde nederig, maar meer nog leerde het me dat het woord ‘goed’ een illusionair begrip is. We willen maar wat graag horen dat het allemaal ‘goed komt’, dat we herrijzen uit de as als een soort feniks. Ik kwam erachter dat ik daar helemaal geen behoefte aan had. Ik wilde me gewoon weer goed voelen, ik hoefde en wilde niet opnieuw me in een strijd gooien waarin ik mezelf moest bewijzen. Liever wilde ik mijn hart volgen, wat dat ook zou inhouden. Maar hoe vond ik mijn hart?
Mijn hart klopte nog, rustig en onzeker, maar ook: gedecideerd
Mijn hart vond ik uiteindelijk op het diepste punt van de put. In een hoekje. Veronachtzaamd. Tot mijn verbazing klopte het nog. Maar niet de hartslag die ik kende. Niet de slagen die ik gewend was; niet meer opgejaagd, niet meer strevend naar iets buiten me, naar erkenning, of naar een ‘succesnummer’. Het klopte eigen, authentiek. Het klopte rustig en onzeker Maar ook: gedecideerd. Ik durfde het voorzichtig te omarmen. En toen vertelde het me, met steeds trefzekerder slag, wat ik moest weten. Nee. Ik zou nooit meer de oude worden. Maar dat hoefde ook niet. Ik had namelijk geleerd om er onvoorwaardelijk voor mezelf te zijn. Ik had schrammen, butsen en deuken opgelopen. Maar dat is niet erg. Ik was anders. Maar ik was. En ben. Goed genoeg.
LEES OOK: BURN OUT HERSTEL, HOE GEEF JE JE OVER AAN HET GROTE NIET-WETEN?
Maaike Helmer is oprichter van multimedia uitgeverij STRESSED OUT en auteur van ‘NIETS, mijn zoektocht naar innerlijke rust in tijden van alles’ (o.a. bekend uit Vrouw/Telegraaf, Grazia, Koffietijd en De Volkskrant). Binnenkort volgen e-courses en Masterclasses om zelf meer innerlijke rust in je leven te krijgen. Schrijf je in voor de Minder Stress Mail, dan houden we je op de hoogte.