Hulp zoeken bij burn out herstel, het is me nogal een doolhof, als je midden in je burn out zit. Leona Aarsen legt je uit hoe je tussen de bomen het bos vindt…
Mijn cliënten hebben een paar dingen met elkaar gemeen: ze voelen zich compleet uit het veld geslagen door hun burn out en ze willen zo snel mogelijk herstellen. Vaak hebben ze het over weer de oude worden. Dat lijkt me doorgaans geen goed idee (het is niet voor niets dat hun ‘oude versie’ vastgelopen is), maar wat ik wel begrijp, is dat ze alles aan willen grijpen om uit de alles wegvagende burn out te klimmen. De meesten gaan dan ook vastberaden op zoek naar een hulpverlener. Soms heeft de werkgever een providerboog waar de werknemer heen kan (moet) en meestal is het aan de werknemer zelf om adequate hulp in te schakelen.
Adequate hulp bij burn out herstel
Maar wat is adequate hulp en wat zijn de mogelijkheden? Daarover gaat deze blog. Deze blog is onderdeel van een serie: Dossier re-integratie bij burn out. In de eerste blog heb je kunnen lezen over de rol van de bedrijfsarts: welke taken en bevoegdheden heeft deze? In de tweede blog heb je kunnen lezen over de positie van de bedrijfsarts: hoe (on-)afhankelijk is hij? De derde blog stond in het teken van je privacy en het delen van je gegevens door de bedrijfsarts. De vierde blog ging over (vreemde) vogels in bedrijfsartsenland. In de vijfde blog deelde ik een aangrijpende ervaring uit mijn werk met cliënten.
Als je in een burn out raakt, zijn er verschillende hulpverleners die beschikbaar zijn om je te ondersteunen bij je herstel. Er zijn pakweg twee hoofdwegen: de reguliere zorg/GGZ en de complementaire/ alternatieve zorg.
1. De praktijkondersteuner GGZ (POH-GGZ)
Als je bij de huisarts bent geweest, stuurt deze jou hoogstwaarschijnlijk door naar de praktijkondersteuner GGZ (POH-GGZ). Deze functie is in het leven geroepen om het aantal doorverwijzingen naar de GGZ te verlagen. Het is laagdrempelige begeleiding dat meestal uit 5 gesprekken bestaat. De praktijkondersteuner kan je klachten samen met je verder verkennen, psychoeducatie (voorlichting) geven en met je meedenken over verdere behandelmogelijkheden. De begeleiding van een praktijkondersteuner is een prima eerste stap, maar zelden voldoende voor herstel of het werken aan je problemen. De praktijkondersteuner is meestal een psychiatrisch verpleegkundige, die op hoofdlijnen kennis heeft van allerlei psychische problemen. Specifieke expertise over bijvoorbeeld burn out is er niet (met respect voor de uitzonderingen, uiteraard).
2. De psycholoog
Als je traject bij de POH-GGZ afgerond is, word je doorverwezen naar de generalistische basis GGZ of de specialistische GGZ. Voor doorverwijzing is tenminste een vermoeden van een psychische stoornis noodzakelijk. Meestal kom je terecht bij een psycholoog (vrijgevestigd of onderdeel van een GGZ-instelling). Dit wordt betaald wordt uit de basisverzekering (let wel, eigen risico geldt).
Ik heb zelden mensen met een burn out ontmoet die zich adequaat geholpen voelden door een psycholoog. Dat heeft vooral te maken met hoe onze gezondheidszorg is ingericht. Een psycholoog is verplicht om een diagnose te stellen en de daarbij behorende, vooraf vastgelegde behandelplan uit te voeren. Er is geen ruimte voor een maatwerk aanpak. Veel heb je niet te kiezen: de aangeboden smaken zijn voornamelijk cognitieve gedragstherapie en mindfulness. Als deze behandelvormen niet voor je werken, is het jammer maar helaas.
Als er geen diagnose gesteld wordt (omdat er geen sprake is van een stoornis in de zin van de DSM), is er geen recht op verzekerde zorg. Burn out kun je niet in de DSM-5 (het diagnostisch handboek aan de hand waarvan behandelaren in de GGZ verplicht zijn een diagnose te stellen) als diagnose vinden. Als je met je burn out bij een psycholoog terecht komt, wees je er dan bewust van dat je wél een ‘fictieve’ diagnose krijgt, omdat er anders geen behandeling mogelijk is. Veelal krijgen mensen de diagnose depressie, angststoornis of aanpassingsstoornis.
3. De counselor of psychosociaal therapeut
Als je zelf op zoek gaar naar een therapeut, grote kans dat je dan terechtkomt in de complementaire zorg. Tot de complementaire zorg horen onder andere counselors en psychosociaal therapeuten (al dan niet gespecialiseerd in burn out begeleiding en behandeling), die vergoed worden vanuit de aanvullende verzekering (geen eigen risico). De complementaire zorg wordt – geheel onterecht naar mijn mening – geschaard onder de alternatieve geneeswijzen. Dat maakt ook duidelijk waarom huisartsen en bedrijfsartsen vaak huiverig zijn om cliënten door te verwijzen naar counselors of therapeuten (al gebeurt het steeds meer, onder andere door de enorme wachtlijsten in de GGZ).
Door gebrek aan kennis over de complementaire zorg denkt men dat het gaat om slecht opgeleide hobbyisten. De complementaire zorg wordt regelmatig beschuldigd van kwakzalverij. Dat is op zijn minst bijzonder te noemen, aangezien de beroepscode van de geregisterde psychosociaal therapeuten nagenoeg overeenkomt met die van NIP-psychologen. Sterker nog, de eisen die de beroepsvereniging (NFG) stelt aan aangesloten counselors en psychosociaal therapeuten, zijn dezelfde doelen en eisen als die van de BIG:
– Kaders aan inzake de bevoegdheden van beroepsbeoefenaren
– Strenge opleidingseisen en doorlopende deskundigheidsbevordering
– Biedt bescherming aan beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg
– Regelt tuchtrecht
In deze context is het ook opvallend dat patiënten met psychische problemen en/of diagnoses terechtkomen voor behandeling bij een POH-GGZ, een functie zonder BIG-registratie en zonder een kwaliteitskeurmerk, maar zelden bij therapeuten in de complementaire zorg, aan wie vanuit de beroepsverenigingen wél strenge eisen gesteld worden ten aanzien van deskundigheid en ethiek.
Geen formele diagnose
Gelukkig is er steeds meer bewijs dat er nauwelijks verschil in effectiviteit gevonden kan worden tussen bijvoorbeeld cognitieve gedragstherapie en psychosociale therapie. Uit herhaaldelijk bevestigde onderzoeksuitkomsten blijkt ook dat de effectiviteit van een behandeling niet zozeer afhangt van de specifiek ingezette technieken (evidence based of niet), maar van de kwaliteit van de relatie tussen cliënt en therapeut. Er juist hierin zijn therapeuten beter in dan psychologen. De complementaire beroepsgroep van psychosociaal therapeuten en counselors stellen – als niet Big-geregistreerde hulpverleners – geen formele diagnose conform de DSM. Dat betekent dat deze beroepsgroep van oudsher doet wat de nieuwe GGZ nu nastreeft: wij beschouwen psychisch lijden als een gevoeligheid en kwetsbaarheid van een individu, die afhankelijk van zijn weerbaarheid en omstandigheden af en toe de kop opsteken en aanleiding geven tot zorgbehoefte. Bij wijze van diagnose stellen we de vragen: ‘Wat is je kwetsbaarheid? Wat is je kracht? Wat gaf de aanleiding tot je zorgbehoefte? Wat heb je nodig? Hoe kunnen wij je daarbij helpen?’
Wij zien een individu mét een ziekte of probleem – en niet alleen de ziekte -, we maken contact met dit individu en sluiten aan bij zijn aanwezige hulpbronnen. Wij gaan samen met de cliënt op zoek naar wat hij nodig heeft, wat voor hem de beste oplossing is en wat zijn veerkracht en kwaliteit van leven vergroot. Het voordeel van psychische hulp zonder een noodzakelijke DSM-diagnose is dat je niet gereduceerd wordt tot een label of een verzameling symptomen.
Wil je meer weten over het verschil tussen coaching en psychosciale therapie? Lees dan hier verder.
In de volgende blog ga ik in op de vraag of je vrij bent in je keuze voor een hulpverlener. Ben je verplicht om het advies van de bedrijfsarts op te volgen om een psycholoog in te schakelen of mag je ook naar een psychosociaal therapeut of coach?
LEES DOOR: ALLE ARTIKELEN UIT DIT DOSSIER VIND JE MAKKELIJK HIER TERUG!
Leona Aarsen is bedrijfscounselor en psychosociaal therapeut, eigenaar van anderZverder. Ze richt zich op preventie, voorlichting en begeleiding bij stress- en burn outgerelateerde klachten.