Mirjam had twee jaar geleden een burn out. In die tijd kreeg ze de tip om te gaan wandelen. Maar… wándelen? Lopen duurt haar sowieso al te lang, ze heeft altijd haast…
Ik was laatst op een bruiloft en daar sprak ik een vriendin van mijn man. Zij had jaren geleden een heftige burn out gehad. Zij begreep alles wat ik vertelde. Mijn beperkingen, gevoelens, zorgen, frustraties, de uitputting. Zij zag het aan m’n gezicht dat het in de nu nog rustige feestzaal al te druk voor mij was en vroeg of ik niet liever even buiten wilde gaan zitten, in plaats van aan een statafel te hangen. Het is inmiddels eind september, maar ik was allang al blij dat het me gelukt was aanwezig te zijn. De ceremonie hadden we gehad en er waren nog wat uren te gaan. Het gesprek met haar was fijn en ze gaf me een tip: ga wandelen. Elke dag hetzelfde rondje. Pas dan komt je hoofd echt tot rust. Of er komen juist dingen los.
Daar wandelde ik, met het gevoel dat iedereen naar me keek
Ik dacht bij mezelf: áls ik al loop, is het naar of van de bus en heb ik altijd haast. Lopen duurt me gewoonweg te lang, ik spring liever op de fiets als ik ergens heen wil. Ik vertelde haar dat ik wel al een keer was gaan wandelen na mijn instorting: ik was m’n oude hardlooprondje gaan lopen. Vijf kilometer flink doorstappen leek me een prima begin – ik legde het immers altijd hollend af. Maar van die vijf kilometer heb ik toen vijf dagen moeten bijkomen. Ze verklaart me voor gek. Ga gewoon een klein stukje, wandel rustig en kijk om je heen.
Dus daar liep ik dan. Ik bedoel: daar wandelde ik dan. Ik had het idee dat iedereen naar me keek. Ik stak nogal af daar in het bos in m’n gele retrojas met grote zwarte knopen en skinny jeans met kleurige Nike Air Max eronder. Anderen – eigenlijk iedereen die ik tegenkwam – droegen een fleecejack en stevige stappers. Mijn blonde knot stak af bij de grijze korte kapsels die ik zag schitteren in het herfstzonnetje. Ik had geen excuushond, geen excuuskind, excuuskinderwagen of excuusleeftijd om met een legitieme reden overdag, op een doordeweekse dag, door het park te wandelen. Ze zullen wel denken, dacht ik: ze moet vast therapeutisch wandelen, want anders was ze wel bij haar kinderen of op haar werk geweest. Maar toen ik niemand meer tegenkwam, m’n pas vertraagde en goed ging kijken, kwam ik inderdaad echt tot rust. En voelde me de hele dag lekker.
Ik verwonderde me over alles, vogeltjes, een rivierkreeft, waterspinnen…
Dus ging ik vanaf toen bijna elke dag wandelen. Hetzelfde rondje. En nam alles in me op: zo zag ik hoe veel kleine bloemen en kleurtjes er eigenlijk in een heideplantje zitten. Ik verwonderde over alles. Zag vogeltjes scharrelen op het grindpad, spotte een rivierkreeft, keek minutenlang gebiologeerd naar waterspinnen – me verbazend over hoe ze over het water hupsten. Knielde neer bij mooie paddenstoelen en zag vanuit dat perspectief dat die plant met gewone saaie blaadjes er stiekem besjes onder droeg. Ik stond stil op bruggetjes om de doorkijkjes in het bos te bewonderen. Om te kijken naar de kleurschakeringen van het water, de bomen en planten. Ik zag hoe een reiger met trage bewegingen rakelings over het water wegvloog. Heb eindeloos naar een boom aan de overkant van het water staan staren die bij elke windvlaag een lading gele blaadjes liet wegwaaien. Zag soms een eekhoorn – een keer zat er een zo’n anderhalve meter boven mijn hoofd beukennootjes te peuzelen en liet de schilletjes naar beneden dwarrelen. Ik zag een heksenkring. Ik zag mini-elfenbankjes die zich op de bast van een boom hadden ontvouwd. Soms zat er een steentje in m’n schoen. Soms zag ik tuinmannen van de gemeente en dan was ik een beetje jaloers op hun baan. Soms nam ik een afslag eerder terug en af en toe ging ik een stukje verder dan anders. Soms maakte ik foto’s en soms ook niet.
En nu zie ik iemand anders in z’n eentje wandelen. En begrijp die persoon. Er is namelijk weinig lekkerder dan een fijne wandeling. In je eentje in de natuur. Ik kijk diegene aan, geef een knikje met een glimlach op m’n gezicht en denk: ja. Ik wandel. De natuur heeft ook nooit haast, maar komt toch altijd weer tot bloei*. En het lijkt even of ik langzaam, dag bij dag, mijn burn out er een beetje uitwandel. (Foto: Asmund Gimre/Unsplash)
*Lao Tzu
Mirjam Rosema-Verhulst is freelance eindredacteur bij onder andere Ouders van Nu, Flair en Flow en eigenaar van interieur textiellabelToffe Stoffen. Twee jaar geleden kreeg Mirjam een burn out. Op Stressed Out lees je hoe kut dat was.
LEES MEER: WANDELEN BIJ BURN OUT, IS DAT VERSTANDIG EN ZO JA: HOE?
Waarom zou je steeds hetzelfde rondje lopen (even benieuwd..) 😊
Ha Natascha, wat je bij burn out vaak ziet, is dat mensen zich absoluut niet meer kunnen concentreren en in paniek raken bij het maken van zelfs relatief kleine keuzes. Telkens dezelfde route kiezen, geeft dan een geruststellende voorspelbaarheid. Ik (Maaike) kan me van mijn eigen burn out herinneren dat ik ook telkens dezelfde route liep. Uiteindelijk, toen het beter ging, nam ik langzaam weer andere routes…
Liefs, Maaike
Hi Maaike, bedankt voor je reactie. Ja ik herken het van mezelf.. laat ik dan ook maar eens hetzelfde rondje lopen, wellicht helpt het. Inderdaad is er al paniek bij het kleinste “moeten” van mezelf of anderen. Concentratie is echt drama.. zelfs na maanden. Wie weet geeft dit wèl wat rust. Ik ga het proberen. Bedankt! Gr Natascha
Dag Natascha, het is heel persoonlijk hoor, wat helpt. In de natuur zijn is wel bewezen goed tegen stress. Ik weet inderdaad van veel mensen dat gewoon telkens opnieuw eenzelfde route nemen, rustgevend kan werken letterlijk omdat je nergens actief over na hoeft te denken met die gebrekkige concentratie tijdens de burn out (‘Zal ik links of recht, en wat heeft dat voor gevolgen voor de rest van de route? Help!) en dat kan heel fijn zijn. Lees anders ook even het artikel in de link onderaan, over wandelen bij burn out, misschien wel interessant voor je! <3
Liefs, Maaike
Ga ik doen, bedankt!