Andrea Dronk schreef eerder de taboedoorbrekende reeks ‘Hoofdzaken’, over haar leven met dysthemie (een vorm van depressie). Ditmaal opnieuw een taboedoorbrekende reeks, waarin ze openhartig vertelt over eenzaamheid. In deze tijden van corona treft eenzaamheid velen. Andrea is gewend om alleen te zijn en werken. Maar nu het moet, voelt het toch anders.
Pontificaal in de woonkamer staat mijn 3-zitsbank. Wanneer ik thuiskom van een boodschap, draai ik de sleutel om en het eerste wat een paar meter verderop mij toelacht, is mijn bank. Ik heb er een haat-liefdeverhouding mee. Officieel biedt de blauw grijze bank plaats voor drie personen. Er hebben niet eerder zoveel mensen op die bank gezeten in mijn woning. Het is me, myself & I, in allerlei posities. Het is dat ik er niet op kan slapen, anders had ik er dag en nacht op gelegen. Overdag heeft de bank niet echt een aantrekkingskracht, die komt ‘s avonds pas. Dan word ik geconfronteerd met de lege plek naast mij op de bank. Ik gooi een dekentje om me heen om die gedachte te verbloemen en pak mijn smartphone. Scrollen en vergeten maar.
De angst is overgegaan in overleven, ieder voor zich
Waar mijn nuchtere zelf de overhand had in de beginperiode van het virus, ben ik inmiddels een achtbaanrit verder. Of liever gezegd, non-stop loopings waar ik ook nog weleens op de kop bleef hangen. Ik kon maar niet begrijpen wat er precies aan de hand was. Niemand kon het in mijn ogen duidelijk vertellen. En om mij heen zag ik de paniek. Angst in de ogen van voorbijgangers. Schouders krampachtig omhoog en snelle passen. Naar de supermarkt, naar huis, naar een veilige plek. De angst is langzaam overgegaan in overleven. Bezig blijven. Nog steeds ieder voor zich. Ik voel een grote opluchting en een sprankje hoop als iemand gedag zegt of een glimlach laat zien. Oogcontact mag nog. Tijdens mijn dagelijkse wandeling zoek ik naar de zwarte stipjes in iemands ogen. Contact maken zonder een woord te zeggen.
Het doet me denken aan mijn kindertijd
Inmiddels zitten we meer dan twee maanden in lockdown. Maanden waarin ik niet veel bijzonders had gepland. Ik wilde werken, sparen en dromen over mijn volgende reis in het najaar. In dat opzicht had ik niet zoveel te verliezen. Dacht ik. Maar de maatregelen, politie en handhaving op straat en de constante stroom van nieuwsberichten benauwen me. Het voelt alsof mijn handen gebonden zijn en mijn ogen geblinddoekt. Kijk niet naar, luister niet naar, spreek niet uit. Het doet denken aan mijn kindertijd, waarin er ook vingers zwaaiden als ik iets niet mocht. En net als een kind wil ik mijn grenzen testen. Hoe volg ik de regels en houd ik het leuk voor mezelf? Wanneer ik het gevoel heb dat ik opgesloten ben, laait er een storm op vanbinnen. Ik kan het niet. Wil niet alleen zijn met mijn gedachten. Niet op de bank zitten en verpletterd worden door de nieuwsberichten en appjes vol angst. Ik ontkom er niet aan, maar wil zoveel mogelijk mijn eigen waarheid creëren. Wat goed voelt voor mij in deze situatie.
Ik lig verslagen op de bank
Na een dag waarin de uren voorbij kropen, beland ik op de blauw grijze bank. Langzaam ontspannen mijn spieren. Ik trek een dekentje over mijn benen en sluit mijn ogen. Ik probeer bewust mijn gedachten te sturen. Niet nadenken over corona en co, maar juist denken aan de dingen waar ik blij van word. Even lijkt het te lukken. De temperatuur in de kamer daalt en ik kijk rond. Niets. Er is niets te zien, niets te beleven. Geroezemoes van de onderburen en het gefluit van de overbuurman overstijgen mijn gedachten. Ik zou eigenlijk moeten koken, maar heb geen zin. Ik zou even flink moeten bewegen, dansen, loslaten. Ik weet dat het goed is, maar doe het niet. Als er nu een foto gemaakt zou worden, ik verslagen op de bank, zou ik me doodschamen. Dan maar mijn smartphone erbij. Niet denken. Niet voelen. Gewoon scrollen en doorgaan.
LEES OOK DEEL #1 VAN DEZE SERIE: ‘IK BEN IN QUARANTAINE. HELEMAAL ALLEEN’
Andrea Dronk is tekstschrijver, ze wil ooit een boek schrijven. Op STRESSED OUT schreef ze eerder de taboedoorbrekende rubriek ‘hoofd-zaken’ over haar leven met dysthemie (depressie). In de rubriek ‘alleenzaam’ doorbreekt ze opnieuw een taboe, ditmaal over eenzaamheid.