Waarom we moeten praten over pesten

Er stond een interview met mij over pesten, in het tijdschrift JAN. Het was onderdeel van een drieluik over het onderwerp pesten, waarin ook acteur/zanger Charly Luske en zangeres/theatermaker Simone van den Eertwegh hun verhaal vertellen. Alle drie hebben we een pestverleden. Waarom het zo belangrijk is om daarover te blijven praten, zal ik uitleggen.

Toen ik voor JAN, door mijn openhartigheid in mijn boek NIETS over dit onderwerp, werd gevraagd voor een artikel over mensen die vroeger werden gepest, twijfelde ik niet. Natuurlijk wilde ik mijn steentje bijdragen aan het bespreekbaar maken van dit taboe. Erover praten als ik er mensen mee kan helpen zie ik als mijn taak. Je wilt anderen helpen.

Pesten kan grote gevolgen hebben voor wie het overkomt

Pesten komt nog steeds veel voor. Zowel op scholen als op de werkvloer. Het kan grote gevolgen hebben voor degene die het overkomt. Niet alleen voel je je buitengesloten, mentaal en fysiek kapotgemaakt, maar het kan zelfs zover gaan dat je gaat twijfelen aan je eigen bestaansrecht. Dat heb ik bijvoorbeeld zelf meegemaakt. Doordat het pesten me onzeker had gemaakt (er moet wel iets mis met me zijn, dat mensen zo tegen me doen) had ik er continu behoefte aan om sorry (dat ik besta) te zeggen, en werd er iets in me losgemaakt dat me later zou slopen: een enorme prestatiedrang die zijn weerga niet kende. Ik moest iets zijn om van waarde te zijn; ik moest succes hebben. Met die ‘drive’ om mezelf steeds hoger, verder te pushen, heb ik mezelf uiteindelijk kapotgemaakt. Pesten is een maatschappelijk probleem. Toch is openlijk praten over pesten nog steeds een taboe. Terwijl ik niet de enige ben die het gevormd heeft.

Het is niet makkelijk mensen openlijk over pesten te laten praten

Heel lang heb ik dat niet gedurfd en dat is ook waarom het niet makkelijk is om mensen openlijk erover te laten praten. Het pesten gedurende de lagere en middelbare schooltijd had me zo bang gemaakt, dat ik vreesde dat als ik mijn verleden zou delen, mensen dit weer zouden kunnen aangrijpen om me op nieuw te pakken te nemen. Ze kenden dan immers mijn kwetsbaarheid? Daarom heb ik me lange tijd op de vlakte gehouden als mensen me vroegen naar mijn verleden. Ik deelde graag de succesverhalen, zoals mijn internationale modellencarrière, die altijd op veel interesse en bewondering kon rekenen. Maar wat ik niet deelde, was waarom die carrière zo belangrijk voor me was geweest. Het was mijn claim op het recht te bestaan. Wat natuurlijk onzin was. Ik mocht er sowieso zijn.

Mijn angst niet goed genoeg te zijn, bezwoer ik met prestatiedwang

Mijn burn out kwam onder andere voort uit een diepgewortelde angst dat ik niet goed genoeg was, ontstaan tijdens die periode dat ik werd gepest. Een angst die ik probeerde te bezweren met prestatiedrang; het moest altijd beter, hoger, verder en meer. Pas in therapie kwam ik erachter dat ik jarenlang het verleden probeerde goed te maken. De geschiedenis probeerde te herschrijven. Wat natuurlijk niet kon. Door telkens vanuit deze pijn te leven, was wat ik deed eigenlijk mezelf nog eens extra straffen. In het boeddhisme bestaat de term ‘tweede pijl’. Leed dat we meemaken, doet pijn: de eerste pijl. Maar als je vervolgens je pijn niet omarmt maar hem probeert weg te drukken of probeert te ‘overmeesteren’ zoals ik dat probeerde, dan zorg je eigenlijk voor extra lijden: de tweede pijl. Eigenlijk werd ik met mijn gedrag als gevolg van het pesten telkens weer opnieuw gepest. Maar dan niet meer door mijn pesters, maar door mezelf. Het heeft lang geduurd voor ik leerde dat je maar één keer leeft en dat ik mijn geschiedenis niet meer kon aanpassen. Mijn toekomst wel. Op het moment dat ik me dat realiseerde, kon ik het verleden laten waar het was. Ik kon het gekwetste kind in mezelf zien voor wat het was en er begrip voor opbrengen, maar ze zat niet langer aan het stuur van mijn leven.

De brief over afrekenen met pesters, werd een brief van mededogen

Ooit heb ik in opdracht van weekblad Viva een brief geschreven aan mijn pesters (zonder naam en toenaam, natuurlijk). Het oorspronkelijke idee voor het artikel was dat ik met ze zou afrekenen. Maar het tegenovergestelde gebeurde. Het werd een brief waarin ik vertelde wat de gevolgen van het pesten in mijn leven waren geweest, hoe ik me eronder had gevoeld. De schaamte van bestaan. De prestatiedrang, geboren uit angst. Maar verder was het een brief van mededogen naar de mensen die me sloegen, me kattenstront lieten eten of me gewoonweg keihard buitensloten en over me praatten alsof ik er niet was. Ik had niets meer af te rekenen met mijn pesters; ik wilde een toekomstige generatie behoeden voor de gevolgen van pesten en nu-pesters laten weten wat die gevolgen kunnen zijn. Mijn brief sloot ik dan ook liefdevol af; omdat ik me niet kon voorstellen dat pesten zou zijn ontstaan als mensen gelukkig zijn met zichzelf, wenste ik mijn vroegere pesters oprecht dat ze zich nu wel gelukkig voelden. Door mijn verhaal te delen in JAN, wil ik laten zien dat er leven is na zo’n situatie en een lans breken voor de bespreekbaarheid dit onderwerp.

LEES OOK: WAAROM IK BLIJ BEN DAT IK NIET PERFECT BEN…

Het interview in JAN gaat over meer dan pesten, over zoveel meer

Maar het gaat over meer dan dat. Veel meer. Iedereen maakt dingen mee die hem of haar vormen. Ik wilde met mijn interview ook laten zien dat iedereen kwetsbaar is en maar gewoon een mens is. Jij, ik, iedereen. En iedereen heeft zijn eigen pijn, zijn eigen problemen, zijn eigen verleden, zijn eigen leven, zijn eigen dingen. Die kwetsbaarheden zijn we niet meer gewend te tonen. Gewend om alleen het perfecte plaatje te delen, een tijdsbeeld waar ik al sinds het begin van STRESSED OUT ageer. Onder andere door artikelen waarin ik praat over niet perfect zijn of de onderwerpen (zoals mijn het feit dat ik mijn verjaardag niet vier en dat ik een sorry-obsessie had) die jou jou maken en je een mens maken, een mens van vlees en bloed. Die kwetsbaarheid als mens, moeten we juist wel tonen. Om het ideaalbeeld, dat ons zo sloopt, neer te halen. Blokje voor blokje.

DOORLEZEN: TOEN IK MIJN WEIRDNESS OMARMDE, VERANDERDE MIJN LEVEN…

Maaike Helmer is oprichter van multimedia uitgeverij STRESSED OUT en auteur van ‘NIETS, mijn zoektocht naar innerlijke rust in tijden van alles’ (o.a. bekend uit Vrouw/Telegraaf, Grazia, Koffietijd en De Volkskrant). 

Topmodel | Diabetes type 1 | Coma | Journalist | Burn out | Spirituele crisis
Meer innerlijke rust krijgen? ‘NIETS, mijn zoektocht naar innerlijke rust in tijden van alles’ (meer info HIER), van auteur Maaike Helmer, is een heel persoonlijk boek over het vinden van innerlijke rust. ‘Niets’ is o.a. bekend van Vrouw/Telegraaf, ELLE, JAN en Koffietijd. Het boek wordt ‘De Nederlandse Eten, Bidden, Beminnen’ genoemd.

Bol.com AlgemeenBol.com Algemeen

Wil jij meer innerlijke rust? Het boek 'NIETS' is nu te koop!

Topmodel | Diabetes type 1 | Coma | Journalist | Burn out | Spirituele crisis.
‘NIETS, mijn zoektocht naar innerlijke rust in tijden van alles.


'Een mooi en eerlijk boek met een groot inzicht' – Roos Schlikker, schrijver

'Een aanrader voor iedereen die met stress te maken heeft' - Eline van der Boog/elineschrijfthier.nl, HEBBAN-recensent

'Mooi, aangrijpend, kwetsbaar, intiem en moedig' - Saskia Smith, journalist

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *