Hoe zit dat, dat tegenwoordig ie-de-reen een burn out lijkt te hebben? Is dat echt zo? Nee. Natuurlijk niet. Maar ook weer wel. Het antwoord is tamelijk gecompliceerd.
Het zal jou vast ook zijn opgevallen. Je kunt geen magazinecover bekijken en geen tv-programma aanzetten of een bekende Nederlander vertelt over zijn of haar (bijna) burn out. Zelfs als je er waarschijnlijk juist géén krijgt is het nieuwswaardig (getuige ook het interview met Frederik Brom, ‘Een burn out zal ik niet snel krijgen‘, in Volkskrant Magazine). En ook als het niet over BN’ers gaat, lees, zie en hoor je het woord o-ve-ral. HEEFT DAN ECHT IEDEREEN EEN BURN OUT? Ja. En nee. En ja. En nee.
Het is een feit: er is zeker een toename
Ja. Er is een toename. De cijfers liegen niet. Dat is punt één.
Maar: burn out wordt ook steeds bespreekbaarder
Ik vertelde hierboven al over alle BN’ers die vertellen over een burn out. Een beleving in toename kan dan ook worden toegekend aan het feit dat (bekende) mensen meer gaan praten over dit kwetsbare onderwerp, daar waar burn out eerder onder de oppervlakte bleef vanwege het taboe. Daarmee wordt het onderwerp an sich populairder. En wat je meer ziet, komt in je beleving (nog) meer voor.
Ergens lijkt een burn out ook een brevet van heel hard werken
Het woord burn out draagt tegenwoordig het risico in zich dat het lijkt op een brevet van heel hard werken: ‘Ik werkte zó hard, dat ik een burn out kreeg.’ Doordat ‘burn out’ en ‘inzet’ in onze beleving aan elkaar gekoppeld zijn geraakt (wat overigens gaat veranderen, voorspel ik bij dezen), krijgt het woord in ons dagelijks leven een andere betekenis. In een artikel in het Belgische De Tijd zegt organisatiepsycholoog Frederik Anseel: ‘Burn out is een medaille: je kan ermee buitenkomen, want je hebt maandenlang veel te hard gewerkt. Met andere problemen kan dat niet. Ik zeg niet dat deze mensen niet afzien, ik zeg zeker niet dat het ingebeeld is. Maar ik zeg wel dat er een bepaalde dynamiek kan ontstaan.’
En er is sprake van woord devaluatie
Daarnaast is er sprake van woord devaluatie; ik moet denken aan de jaren 90/2000, waarin depressie wat meer bespreekbaar werd. Toen hoorde je in de media en in het dagelijks leven opeens opvallend vaak mensen zeggen dat ze ‘depri’ waren, terwijl die mensen meestal niet waren gediagnosticeerd met een klinische depressie. De – gelukkig steeds grotere – bespreekbaarheid van burn out lijkt hetzelfde effect te hebben. In eerder genoemde artikel in De Tijd repte organisatiepsycholoog Frederik Anseel over de ‘besmettelijkheid van burn out’. Dat is misschien wat kort door de bocht. Maar iedereen een beetje burn out, dat is wellicht wel aan de hand.
Ik heb diverse verhalen gehoord van mensen die drie weken met een burn out thuis zaten
Aan de andere kant zijn er waarschijnlijk ook mensen die overspannenheid verwarren met burn out. Ik heb diverse verhalen gehoord van mensen die drie weken met een burn out thuis zaten. Een burn out, daar ben je niet binnen drie weken vanaf. Wat níet wil zeggen dat je stresslevels niet tegen het plafond kunnen zitten. Of dat je de werksituatie nog aankunt. Het kan heel goed zijn dat zo’n hierboven genoemde ervaring ook een way out is. Enfin: of je er nu wel een hebt (gehad) of niet: als er op dit niveau iets zodanig misgaat dat je hoe dan ook thuis komt te zitten, is het tijd om aan de bel te trekken, dat sowieso.
Voor een ommekeer is een verschuiving in het bewustzijn nodig, dit hoort daarbij
Dat het woord overal te zien en te horen is en we het steeds meer gebruiken, maakt onderdeel uit van een verschuiving in bewustzijn op het onderwerp. Van taboe naar bespreekbaarheid gaat niet zelden via dit soort ‘plotse alomtegenwoordigheid’. Tel daarbij op de – helaas – daadwerkelijke toename en ja, dan is het onderwerp opeens niet meer te vermijden. Maar daar is nog een oorzaak voor. Namelijk het volgende punt.
Eigenlijk schreeuwt de maatschappij om hulp
Heb je een burn out, dan kún je niet meer. Het is op. Het feit dat steeds meer mensen een burn out hebben, maar ook het feit dat het makkelijker is om te zeggen dat je er een hebt of hebt gehad (even los van of deze ook echt zo gediagnosticeerd zou worden door een huisarts), het overal-zijn van dit onderwerp, wil zeggen dat wij als maatschappij schreeuwen om hulp: we kunnen niet meer, we zijn op. Of eigenlijk: we klaar zijn voor iets anders. Een andere manier om om te gaan met de eisen die de huidige (prestatie)maatschappij zichzelf en ons heeft gesteld en ook de eisen die wij aan onszelf stellen. Moeten we inderdaad altijd maar groter, mooier en beter willen? Of is goed goed genoeg? We weten nog niet hoe we dit moeten gaan vormgeven, maar het begint met één roepende in de woestijn, nu worden dat er meer en meer. En op een gegeven moment is het geschreeuw niet meer te overstemmen. Dat is het moment dat de verandering definitief heeft ingezet.
(Foto: Mari Lezhava/Unsplash)
LEES DOOR: DIT IS IS HET ALLERPIJNLIJKSTE INZICHT VAN EEN BURN OUT…