Een grote droom, heeft Merel. Een waarover ze nog niet veel kan zeggen, behalve dat het een droom is die ze wil laten uitkomen. Maar dat heeft nog best wat haken en ogen. Wanneer ga je van dromen naar doen?
Ik heb een droom. Nooit gedacht dat ik dat zou zeggen, want ik ben een beetje huiverig voor dromen en doelen. (Iets met een droom die ooit als een ballon uit elkaar spatte.) En toch is ‘ie er. Al een tijdje. Steeds vaker duikt ‘ie op in mijn gedachten, elke keer weer ietsje duidelijker en helderder. Een nieuwe ballon. Ik vind het fijn en tegelijkertijd heel moeilijk. Ik wil er namelijk mee aan de slag, maar toch ook niet. Ik ben er nog niet klaar voor. En die droom ook niet. Ben je jaren op zoek naar die ene droom, vind je hem eindelijk – een soort van – en ben je er niet klaar voor. Alsof je al jaren op een datingsite zit, date na ellendige date afgaat en op een dag denkt denkt ‘Oe, deze is wel heel leuk’ en dan bindingsangst krijgt. Hoe dan?
Wat als de ballon spat?
Natuurlijk komt het doordat ik een bange poeperd ben en niet te hard durf te dromen uit angst dat ook deze ballon weer uit elkaar spat nadat ik ‘m met m’n hele ziel en zaligheid heb opgeblazen. Natuurlijk. En wat als je keihard leven staat te blazen in een droom en iemand anders gaat ermee aan de haal? Dat je op een dag wakker wordt en het is er al? The horror. Een tijdje geleden had ik afgesproken met Mark, die een boek geschreven heeft over de Quarter Life Crisis. Super toffe gast, leuk boek, goed verhaal. Doet totaal niet wat ik wil doen (want hij coacht veel, thanks but no thanks) en toch dacht ik bij thuiskomst: laat dat hele Quarter Life verhaal ook maar zitten. Is al gedaan. Hoewel ik al die cliché’s over hoe we hetzelfde verhaal allemaal anders vertellen zo kan opdreunen is dit wel een dingetje. Dromen zijn lastige dingen, vind ik. Want hoe vind je die balans tussen genoeg lucht geven om hem op te laten, maar niet teveel zodat ‘ie knapt?
‘Is het erg als het niet nú gebeurt?’ Voor het eerst kon ik ‘nee’ zeggen
En dan nog iets: naast dat ik een bange poeperd ben, is die droom er zelf ook nog niet klaar voor. Hij is er al een tijdje, maakte zelfs al een klein proefvluchtje… Maar het was ‘m nog niet helemaal. Ik wilde toen te snel, te hard. Haalde hem zelf weer naar beneden, na een tijdje. Goeie keus, blijkt nu. Het heeft gewoon wat meer tijd nodig. Laatst had ik het er met mijn vriendin Kitty (van handwritten, super tof concept) over en die vroeg: ‘Is het erg als het niet nu gebeurt?’ Voor het eerst – ik denk oprecht in mijn leven – kon ik ‘nee’ zeggen. Het is niet erg als het niet nu gebeurt. Het is op z’n plek aan het vallen en als ik het nu ga lopen forceren, dan maak ik het kapot. Dat wil ik koste wat kost voorkomen, want dit is er eentje hoor. Zo eentje waar je elke dag je bed voor uitspringt. Waar je twinkelende oogjes van krijgt. Vlinders in je buik. The works. Ondanks dat ‘ie nog niet heel helder is voel ik aan alles: dit is het. Dit. Is. HET. Waar ik naar op zoek ben, waar ik naartoe werk, wat ik mis in de wereld. Waarom ik hier ben.
Geef het tijd
Je begrijpt: ik ben een beetje all over the place met deze droom. Gefrustreerd omdat het zo dichtbij is dat ik het kan voelen, maar nog steeds te ver weg om het helemaal te (be)grijpen. Enthousiast, want dit gevoel… WOW. Ik probeer er dus maar zo weinig mogelijk aan te denken en het alle tijd te geven die het nodig heeft. Te vertrouwen dat het gebeurt wanneer het gebeurt. (Ik heb dit gevoel eerder gehad, realiseer ik me nu. Toen ik mijn lief leerde kennen en hij nog een vriendin had. ‘Komt wel’, dacht ik toen en daar had ik een rotsvast vertrouwen in. Duurde effe, maar ja, totally worth it. Ha.)
SOMS PAST JE DROOM BIJ NADER INZIEN TOCH NIET BIJ JE. WAT DAN? STOPPEN OF DOORGAAN?