Rosanne Tanja kreeg op haar 29e borstkanker en ontwikkelde daardoor uiteindelijk ook een burn out. Voor stressedout.nl schrijft ze over die periode.
In de eerste weken dat ik ziek was – ik wist het net een paar weken en kwam steeds meer te weten over wat me te wachten stond – had ik op mijn werk alleen mijn directe collega’s, mijn team, ingelicht. Toen het eindelijk een beetje duidelijk was hoe de behandeling eruit zou komen te zien en hoelang ik behandeld zou moeten worden, had ik een gesprek met mijn manager over hoe het dan zou moeten met mijn werk.
Ik gaf zelf aan wat ik nodig had van mijn collega’s
For the record: ik ben enorm dankbaar voor mijn toenmalige manager en werkgever en team omdat ik mocht (en kon) komen en gaan wanneer ik wilde. Dat was top. En mijn manager vroeg mij hoe ik om wilde gaan met ‘de communicatie’. Dat was fijn. Samen besloten we een mail op te stellen: ik stelde die op, zij verstuurde. Hierin gaf ik aan wat er aan de hand was en wat ik nodig had van mijn collega’s. Ik wilde vooral komen werken en niet te veel bezig zijn met mijn gezondheidssituatie. Dit was voor mijzelf heel prettig, maar voor de collega’s ook. Achteraf hoorde ik dat het fijn voor ze was dat ik had aangegeven wat ik nodig had. Natuurlijk kwamen er af en toe mensen langs die toch een blijk van medeleven wilden geven. En dat was goed en waardevol. En het duurde nooit te lang, want ik was er immers om te werken.
Voor veel mensen is het hele communiceren nog lastiger dan het ziek zijn
Voor veel mensen is dit stukje – omgaan met de mensen om je heen en communiceren over wat je nodig hebt – nog veel lastiger dan het hele ziek zijn. Eerlijk: ook als je niet ziek bent, is dit al een dingetje, laat staan als je de strijd aangaat met een levensbedreigende ziekte.
Je krijgt namelijk te maken met jouw naasten die jou zien veranderen en die zien dat je zorg en/of hulp nodig hebt, maar die vaak ook niet zo goed weten hoe ze je kunnen helpen. En of ze je überhaupt moeten helpen.
Ik hoor vaak dat kankerpatiënten teleurgesteld zijn in hun omgeving
Ik hoor ook vaak dat kankerpatiënten teleurgesteld zijn in hun omgeving. Dat een belangrijk persoon in hun leven er niet (genoeg) was, dat er niet op de juiste manier voor ze gezorgd werd, dat zij zich eenzaam en alleen gelaten voelden. En dat zijn natuurlijk allemaal ware en legitieme gevoelens. Toch is mijn vraag dan: wat was je eigen aandeel erin? In hoeverre heb je aangegeven dat je iemand nodig hebt? Hoe communiceer je over jouw verwachtingen en behoeften? Heb je uitgesproken wat je nodig hebt van de ander? Want hoe goed de ander jou ook kent (de een iets beter dan de andere), in dit proces waar jij doorheen gaat, kan de ander veel minder gemakkelijk inschatten wat je nodig hebt. Want dit is nieuw. En er zijn geen gebruiksaanwijzingen ontwikkeld hiervoor – iedereen mag zelf ontdekken hoe hiermee om te gaan. En vergeet niet: jij gaat ergens doorheen, maar de ander ook!
Voordat je de ander wegduwt: check ook je eigen verantwoordelijkheid
Dus, voordat je de ander wegduwt omdat je denkt dat de ander je niet kan helpen: check even bij jezelf of jij je verantwoordelijkheid hebt gepakt hierin. De ander kan jou namelijk niet voldoende helpen, zolang jij niet duidelijk bent in wat je nodig hebt. Dus: vraag om aandacht als je dat niet krijgt, nodig mensen uit en geef ze eventueel een instructie (‘Ik heb niet veel energie vandaag dus we kunnen maar een uur afspreken, maar ik kijk er naar uit om je even te zien’). Communiceer naar je collega’s dat je op je werk bent om te werken en niet om weer over je ziekenhuisavonturen te praten. Dat je de aandacht zeer waardeert, maar dat je je het allerliefst zoveel mogelijk normaal wilt voelen. Dat je liever zelf boodschappen doet omdat je je dan minder patiënt voelt.
Veel mensen klappen dicht en zeggen dan maar niets
Natuurlijk kan het ook andersom, jouw omgeving kan jou vragen wat je nodig hebt. Maar: niet iedereen kan dit, sterker nog; veel mensen klappen dicht en zeggen of vragen eerder niets dan iets. Je kunt de ander dus helpen door het zelf aan te geven. We moeten niet vergeten dat kanker hebben iets heel bizars is, wat onvoorstelbaar is en allerlei beelden en verwachtingen over de toekomst oproept. Een vriendin van mij dacht bijvoorbeeld echt dat ik het niet ging overleven. Die was bang dat ik dood zou gaan en die was dus erg verdrietig en zwaarmoedig. Terwijl ik daar helemaal niet aan dacht en ook niet aan wílde denken. Ik had behoefte aan positieve energie en hoopvolle mensen. Toen dat eenmaal besproken was, was dat voor mijzelf en voor haar echt een opluchting.
Misschien ben je niet zo assertief, kan iemand je daarbij helpen?
Het kan natuurlijk zijn dat je niet zo assertief bent en het erg moeilijk vindt om aan te geven wat je nodig hebt. Kijk dan of iemand je hierbij kan helpen. Ik zelf snapte op een gegeven moment ook niet meer wat mij allemaal overkwam en de emoties namen het vaker over dan ik liefhad. Toen heb ik met hulp van een psycholoog dit weer op een rijtje gekregen. En zij heeft mij ook geholpen in het hele assertiviteits-stuk. Je hoeft het namelijk niet alleen te doen! Sterker nog, niemand zou dit alleen moeten doen.
LEES OOK: WELKE 3 FASES KENT ELKE BURN OUT? DAT LEES JE HIER…
Rosanne Tanja is ervaringsdeskundige op het gebied van burn out en kanker. Wat ze zelf heeft gemist toen ze ziek was, hoopt ze nu te kunnen bieden aan lotgenoten, via Nova Me.
LEES VERDER: DIT ZIJN DE EERDERE AFLEVERINGEN VAN DE SERIE ‘BORSTKANKER EN BURN OUT’
Stress, of een burn out? Doe de Online Masterclass ‘Effectief omgaan met stress’, gebaseerd op de meest recente inzichten uit de psychologie, fysiologie en neurologie. In 7 weken leer je stress te herkennen, voorkomen én op te lossen. Met oefeningen die wetenschappelijk bewezen zijn, écht helpen en een handig digitaal werkboek.
Veel werkgevers vergoeden deze Online Masterclass, omdat hij valt onder persoonlijke ontwikkeling en stressreductie, vraag bij je werkgever naar de mogelijkheden! Meer informatie over deze Online Masterclass vind je HIER.